Niets zo zwaar als een kind verliezen. Helaas gebeurt het nog steeds dat ouders hun kind overleven. In een nieuwe serie artikelen over rouw, dood en verlies komen ouders aan het woord die hun kind tijdens of na de zwangerschap of in hun kinderjaren zijn verloren.
Table of Contents
Verlies van een kind
Of je je kind nu tijdens de zwangerschap, net erna of pas op latere leeftijd verliest, het verlies van een kind is ontzettend zwaar. Niet alleen voor de moeder, maar ook voor de vader en eventuele broers en zussen. Alhoewel de cijfers afnemen, is elk kind dat overlijdt 1 teveel. De cijfers liegen er niet om: in 2021 zijn 1.001 overleden. Hiervan waren 597 kinderen onder de 1 jaar.
Tel hierbij de cijfers van baby’s die na een zwangerschap van 22 weken of meer doodgeboren worden (4,4% van 1.000 levend geborenen; in 2020 kwam dat overeen met 735 kinderen) en je snapt dat het om een behoorlijk aantal gaat. Cijfers van voor 22 weken zwangerschap worden vaak niet berekend, want dan zou het aantal nog vele malen hoger liggen.
De redenen dat baby’s en kinderen overlijden varieert: van afwijkingen tot ongelukken en alles wat er tussen in zit. Dat het voor de achtergebleven ouders onnoemelijk zwaar is staat buiten twijfel. Helaas krijgen zij ook vaak genoeg te maken met onbegrip en zaken als: ‘Misschien was het beter zo’, ‘Je bent nog jong en kunt het opnieuw proberen’, ‘Je moet door met je leven’.
Om meer awareness te creëren en deze ouders een podium te geven, zodat hun kind(eren) niet vergeten worden, vertellen zij hun verhaal. Want ook hun kind doet ertoe, mag genoemd worden en ook hun verdriet mag erkend worden.
In liefdevolle herinnering aan Mathijs
Deze serie wordt afgetrapt door het verhaal van Niek. Niek is de trotse vader van *Mathijs en dochter Matilda. Zijn zoontje werd stil geboren na een zwangerschap van 37 weken. Niek merkt dat het taboe rondom het verdriet van vaders nog vele malen groter is dan het verdriet bij moeders. Daarom wil hij graag zijn verhaal delen met andere vaders (en moeders), zodat er meer awareness ontstaat voor het verdriet van beide ouders.
‘Het was 19 december en de ziekenhuistas stond al enkele dagen klaar. Susanne zat al met zwangerschapsverlof thuis en had zo haar eigen ritme met opstaan en haar dag te vullen. Die ochtend waren we 37 weken en vier dagen in verwachting. Zoals altijd ging ik die ochtend naar kantoor en Suus bleef alleen thuis.
De avond ervoor zaten we op de bank en onze zoon was opeens heel druk bezig in de buik van Susanne. We schrokken er een beetje van, maar moesten er vooral om lachen dat hij zo aan het worstelen was. Hoewel Suus hem die avond nog heeft gevoeld, moet ik nog vaak terugdenken aan dat moment. Dat ik moest lachen. Hoewel ik weet dat dit niet “het moment” was, voelt het soms alsof ik op dat moment iets had moeten doen, maar in plaats daarvan zat ik alleen maar te lachen…
Het is zover: ik word vader
De 19e zat ik op kantoor en volgens mij was het ergens rond 16:00 toen ik een appje van Suus kreeg: “Je moet nu naar het ziekenhuis komen.” Toen wist ik voldoende: ik ga vader worden! Ik was nog druk bezig op kantoor en in eerste instantie ging ik al mijn programma’s één voor één afsluiten. Halverwege ik sprak mezelf aan met… “Waar de fuck ben je mee bezig? Trek die stekkers eruit!”
Zo gezegd, zo gedaan en ik vertelde op mijn weg naar de auto dat ik naar het ziekenhuis moest. IK GA VADER WORDEN! Collega’s wensten mij succes en ik nam het blij in ontvangst. Terwijl ik naar de auto liep, probeerde ik Suus te bellen maar ik kreeg haar niet te pakken. Ze neemt niet op. Ik dacht… waarschijnlijk is ze al aan het puffen en heeft ze geen tijd voor haar telefoon. Ik start de auto en rij weg. In de tussentijd probeer ik via de carkit haar nog een paar keer te bellen maar ze neemt steeds niet op…
Het is niet goed
Ter hoogte van knooppunt Leenderheide richting Weert vanuit Eindhoven belt Suus mij terug… Ik weet niet meer exact hoe dit gesprek ging maar het was iets in de trant van:
Suus: ‘Niek, het is niet goed met Mathijs.’
Niek: ‘Wat is er dan?’
Suus: ‘Hij is dood.’
Niek: ‘Hoezo?’
Suus: ‘Ze kunnen zijn hartje niet vinden. Ze hebben een half uur gezocht naar zijn hartslag maar kunnen op de scan niets vinden?
Niek: ‘Maar is hij er al?’
Suus: ‘Nee, hij zit nog in mijn buik.’
Niek: ‘Maar kan er dan misschien een foutje zijn? Dat hij misschien toch…’
Suus: ‘Nee, Niek. Hij is dood.’
Toen het gesprek voorbij was, zat ik vast in de file naar het ziekenhuis. Ik kon geen kant op en ik wist niet hoe ik met alle informatie om moest gaan. Iets in mij zei dat dit niet kon. Hij kon niet dood zijn. Er was nooit iets geweest tijdens alle onderzoeken. Ik kom strakjes bij het ziekenhuis aan en dan is hij misschien al geboren en dan blijkt hij toch gewoon te leven. Mijn jongen waarvan we op echo’s al hadden gezien dat hij een flinke bos haar had. Mijn Mathijs.
Onderweg heb ik mijn familie proberen te bellen en ik weet dat ik mijn vader sprak en ik hetzelfde gesprek met hem voerde als dat Suus met mij had. Ik weet dat ik bij het ziekenhuis aankwam en ik de route niet wist. Het enige dat ik kon zeggen was: ”Kraamkamer, het gaat niet goed.”
De weg naar de verloskamer herinner ik me niet meer. Ik weet alleen dat ik aankwam en Suus zag liggen en dat haar moeder bij haar was. Ze zag me en begon te huilen. Ik ook en het besef kwam langzaamaan steeds heviger binnen. Ergens werd duidelijk dat Suus nog moest baren; er was nog geen duidelijkheid wat er was gebeurd, maar Mathijs was overleden. Dat was zeker.
De geboorte van Mathijs
Mathijs werd rond 03.52 geboren. De periode naar de geboorte toe is aan me voorbijgegaan. Ik wilde alleen maar slapen en me verstoppen, maar tegelijkertijd wilde ik ook bij Suus zijn. Ik wilde bij Mathijs zijn. De bevalling begon natuurlijk en met de nodige moeite wist Suus zich hier doorheen te slaan. Op momenten zei ze: “Ik wil het er nu uit.” Het was op dat moment even een object voor haar. Toen hij tevoorschijn kwam, zag ik allereerst zijn haardos en brak ik heel even. Ik pakte me op maar ik zag nu met eigen ogen mijn overleden zoon. Dat is hem. Hij is echt dood. Hij is blauw. Zijn lippen zijn zwart. “Waarom zijn z’n lippen zwart?”
Ik knipte zijn navelstreng door en hij kwam in Suus haar armen te liggen. Op een geschikt moment mocht ik hem ook vasthouden. Hij rook naar Susanne en hij was plakkerig maar ook helemaal slap. Zijn benen waren spaghetti. Het was totale zinloze wreedheid. Iedere hoop was weg. Dit is gebeurd. En ondanks dat alles, wilde ik maar niet zeggen dat dit Mathijs was. Ik wilde zijn naam niet zeggen. Daar waar ik nu afstand wilde nemen was bij Suus haar moedergevoel opgekomen. Ze wilde ‘het’ niet meer weg. Ze wilde Mathijs in haar armen.
Het was volgens mij dat ergens die dag mijn broer binnenkwam en hij naar Mathijs keek dat ik tegen hem zei: “Dit is Mathijs.” Eindelijk had ik zijn naam gezegd. Het was weer een moment dat ik brak. Dit is mijn zoon. Mijn jongen.
Hieronder vertelt Niek zijn verhaal persoonlijk:
Make a Memory
Tussen al die momenten door heeft een zorgverlener mij gevraagd of we misschien een mooie foto van onze zoon wilden. Zelf twijfelde ik daar niet over en ik vroeg aan Suus of zij dat wilde en ze wilde dat ook. Wie het mij vroeg, weet ik niet meer. Sterker nog, ik kan bijna niemand meer voor de geest halen die deze dag bij ons waren.
Er werd ons vertelt dat Mathijs die dag met ons mee naar huis zou gaan. Eerst kon ik nog een formulier voor een autopsie ondertekenen en iemand van een begrafenisonderneming zou langskomen om ons in de komende tijd te helpen. Ook moest ik nog even naar het gemeentehuis om aan te geven dat mijn zoon was overleden. Hoe ik het allemaal gedaan heb, weet ik niet. De autopsie van Mathijs werd gedaan in Roermond en toen dat was gebeurd is hij weer naar het ziekenhuis in Weert gebracht. Volgens mij zijn we ergens daarna ook met hem naar huis gegaan.
Bij de autopsie werd een verstikking vastgesteld. Hoe dit was gebeurd was niet duidelijk, maar hij was kennelijk ergens binnen 24 uur voor zijn geboorte overleden. Toen we met hem naar huis mochten, konden we hem in de Mutsi zetten die Suus eerder via Marktplaats op de kop had getikt. Ik pakte de Mutsi op en liep ermee door de gangen van het ziekenhuis. Suus zat in een rolstoel. We liepen langs mensen in de gangen die niet doorhadden dat wij met een dode baby in een Mutsi langs hen afliepen. Er waren vast mensen die daar liepen en dachten: “Ah, wat leuk, die hebben een kind gekregen.” Ik weet niet meer hoe we thuiskwamen maar toen we dat waren, ging niet kort daarna de deurbel.
Er stond een man met een camera voor de deur en hij stelde zichzelf voor als fotograaf van Make A Memory. Hij kwam kosteloos foto’s maken van Mathijs. Ik weet nog dat hij heel rustig was maar ik heb geen idee meer hoe hij heette. Hij vroeg of hij Mathijs mocht aanraken om eventueel zijn voetjes net zo neer te leggen dat hij ze mooi kon fotograferen. Hij deed alles heel rustig en sprak met enkele woorden. Hoe snel hij er opeens was, zo snel was hij ook weer weg.
Wij zouden nooit meer dezelfde personen worden
Het duurde vier dagen dat Mathijs bij ons thuis was totdat hij op Eerste Kerstdag gecremeerd werd. In die periode had ik vaak moeite om hem vast te pakken. Ik pakte wel mijn momentjes en naar het einde toe nam ik vaker de tijd om even met hem samen te zijn. Maar dat ging het merendeel van de tijd gepaard met ongeloof en huilkreten die ik niet van mezelf kende. Als ik de stad in liep om iets te halen voor zijn uitvaart werd ik omringd door Kerstmuziek. Fijne feestdagen, kreeg je te horen bij de kassa’s als je iets had gekocht wat je in zijn mandje wilde leggen waar hij mee gecremeerd zou worden. Het waren de dagen dat ik leerde dat ik en Suus nooit meer dezelfde personen zouden worden als wie we ooit waren.
Van ongeloof en horror tot een vreedzaam beeld
Maar… het moment dat de foto’s van Make A Memory binnenkwamen veranderde er iets. Ze kwamen met de post binnen en toen ik ze zag kreeg ik voor het eerst een vreedzaam beeld van mijn zoon te zien. Voor het eerst zag ik dat hij de mond van Suus had. Ik zal nooit weten wat voor kleur ogen hij had of hoe zijn stem klonk. Maar ik had nu wel een vreedzaam beeld van hem. Het enige beeld dat ik met mijn eigen ogen vast had gesteld was een beeld van horror. De foto’s van Make A Memory geven mij een vreedzaam beeld van mijn zoon. Een beeltenis waar ik nu vier en half jaar later met trots naar kan kijken.
Rouwen om een stilgeboren baby
Rouwen om een baby waar je geen vreedzame beeldende herinneringen aan hebt is heel moeilijk… Waar je normaal gesproken bij een verloren dierbare, zijn of haar herinnering in ere kunt houden door iets te doen wat zij of hem fijn vond; daar heb je bij een doodgeboren kind niets van dat alles. Ondertussen ben ik een trotse vader van mijn dochter Matilda (bijna 5 jaar); uiteraard vernoemd naar haar grote broer. Nog steeds heb ik de horror herinneringen van de geboorte van Mathijs, maar ik heb ook vreedzame, mooie foto’s van hem.
Deze foto’s hebben mij geholpen om de nare herinneringen aan te vullen met vreedzame mooie beelden van mijn Mathijs waar ik ongelooflijk trots op ben. Het is alles wat ik van hem heb en ik weet dat deze foto’s mij hielpen en nog steeds helpen om mijn rug te rechten. Iedere ouder die een kind op een dergelijke manier verliest moet de kans hebben om een foto als deze te kunnen laten maken. Het breekt mijn hart als ik van lotgenoten hoor dat zij dit niet hadden. Ik ben Make A Memory en de zorgprofessionals die mij op deze mogelijkheid wees eeuwig dankbaar voor.
*headerfoto is gemaakt door Eline Froukje
Anja
Laatste berichten van Anja (toon alles)
- Ontdek MGA’s Miniverse Make It Mini Spa – perfect voor jonge spa-fans - 3 december 2024
- 6x de leukste VTech cadeautips voor de feestdagen - 23 november 2024
- Review: DEPLAY Kindertablet – leerzaam en leuk cadeau voor kinderen - 22 november 2024